Binnen het Montessorionderwijs spreken we in één adem over opvoeding én onderwijs. In de visie van Maria Montessori zijn deze twee onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Vanaf het moment dat het kind vier jaar is delen ouders en leerkrachten de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van het kind. Een voorwaarde daarvoor is dat er een overeenkomst bestaat in de visie op onderwijs en opvoeding in de school- en thuissituatie.
Zowel op school als thuis is het belangrijk dat de opvoeders vertrouwen uitstralen in het eigen kunnen van het kind. Als het kind respect ontvangt voor zijn groeiende zelfstandigheid, zijn ontwikkeling en interesse in de wereld, dan zijn de voorwaarden gecreëerd waarbinnen het kind in staat is kennis tot zich te nemen, dan kan de intelligentie zich verder ontwikkelen waardoor het kind uit kan groeien tot een mondig en creatief mens.
Elckerlyc verwacht dan ook dat ouders de opvoedingsideeën van Maria Montessori onderschrijven en vertrouwen hebben in het eigen kunnen van hun kind. Daarnaast kan de school alleen goed functioneren indien er een onderling basisvertrouwen is, gepaard gaand met een open contact.